1
Zacharias brengt het offer
in de tempel, vol ontzag.
En hij bidt daar de gebeden
voor zichzelf en voor het volk.
Gods engel staat plots bij hem
met een boodschap – van de Heer.
Hij kan het niet geloven:
zijn gebeden zijn verhoord.

Refrein:

God kent je als geen ander
Hij heeft je zelf gemaakt.
Hij weet wat in je hart leeft
aan twijfels angst en pijn.
God laat je niet alleen staan,
ziet altijd naar je om.
Omdat Hij jou zo liefheeft
raakt Hij jou met liefde aan.

2
Maria is vol plannen
als Gods engel bij haar komt.
Met de boodschap over redding
voor de wereld, voor haar volk.
Moeder van een kindje:
de Messias – Zoon van God.
Zij hoort Gods grote plannen
en zal doen wat Hij haar vraagt.

Refrein:

3
Maria gaat gehaast op weg
en bezoekt Elisabet.
Die hoort Maria’s stem en
voelt de baby in haar buik.
God geeft hun een kindje
raakt hen aan – door zijn Geest.
Samen zijn ze dankbaar,
prijzen Hem het allermeest.

Refrein:

4
De baby is geboren.
Zacharias heeft een zoon!
Verbaasd zijn alle mensen,
want Johannes is zijn naam.
Zach’rias krijgt zijn stem weer
en vol blijdschap – roept hij uit:
‘De Here zij geprezen,
Hij ziet altijd naar ons om’.

Refrein:

5
De herders zitten in het veld
als een engel bij hen komt.
Ze schrikken hevig van zijn komst,
maar hij stelt hen gerust:
‘Een baby is geboren
de Messias – onze Heer.’
Ze luist’ren naar de boodschap.
Gaan op weg naar Jezus toe.

Refrein:

6
De herders zien het kindje
En vertellen hun verhaal:
De boodschap van de engel
en het loflied van het koor.
Met harten vol van blijdschap
gaan ze t’rug – naar het veld
Ze prijzen God en zingen
Om wat Hij daar heeft gedaan.

Refrein: